De auto paradox

De auto paradox
28 september

Dit weekend reed ik met de auto terug van onze training in Zuid Frankrijk. Meer dan drieduizend kilometers had ik al rond gereden op de Europese wegen. En zo hobbelde ik, rustig luisterend naar een leuk verhaal, over de grote weg.

Totdat ik bij de Nederlandse grens aankwam. Het eerste wat opviel, was de enorme rij camera’s direct na de grens. Blijkbaar wordt iedereen die ons land inrijdt gefilmd. Dit had ik bij geen enkele andere grensovergang gezien. Hoezo privacy wetgeving?

Maar toen begon het pas echt. De weg ging van drie banen terug naar twee banen. De gemiddelde snelheid ging van 130km naar 150km per uur en de afstand tussen auto’s werd zo klein, dat je de ademhaling van degene achter je in de nek kon voelen. Ik vroeg me nog even af of ik wellicht op het circuit van Francorchamps was beland.

Het meest gevaarlijke tracé, van deze lange reis, lag blijkbaar in mijn eigen land. Dit ging zo een tijdje door totdat alles vol op de rem ging. De snelweg was afgesloten voor onderhoud. In een eindeloos lange file perste het verkeer zich over een kleine Limburgse binnenweg. Om, zodra het kon natuurlijk weer vol in de versnelling te gaan, tot Groningen aan toe.

Het doet een mens zich afvragen of al die camera’s boven de weg er nu zijn om ons rijgedrag te bewaken, om ervoor te zorgen dat er zich geen onbevoegde racers mengen op het circuit of dat het een RTL crew is die opnames maakt voor de Nederlandse versie van Top Gear.

Evenzo lijkt het erop dat de Nederlandse automobilist automatisch een soort symbiotische verbinding met zijn voertuig aangaat, op het moment dat hij/zij het voertuig betreedt. Kortom, vanuit het perspectief van bewustzijnsontwikkeling ligt hier nog een groot terrein braak. De auto paradox lijkt een raadsel.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie