Mojud – a thing called love
A story by Rien Hagenaars, Uniovision – 23 april 2016
Een lezing geschreven ter ere van de kick-off bijeenkomst van het Netwerk Bewust Leiderschap op 23 april 2016
1 – Wie is Mojud
We tekenen zomer 2016, de temperatuur is 35 graden in de schaduw en het is al een tijd lang droog. De plaats is Janamabad en we staan voor het huis van Mojud. Alhoewel zijn huis er eenvoudig uitziet, merk je aan alles dat Mojud niet zomaar iemand is. Mojud is een van de bekendste mystici in de noordelijke regio van Iran.
Kleine getuigenissen van dankbaarheid versieren de sobere maar ook warme plek waar hij woont. En kijk, daar hebben we Mojud. Met zijn 2.05m en 113 kilo een opvallende verschijning in dit gebied, waar mensen gemiddeld niet langer dan 1m 65 groot zijn. Gekleed in zijn witte gewaad en met een grote tulband is hij het soort man dat niet bang is om te kiezen voor het onvoorspelbare.
Wanneer hij je in de ogen kijkt, voel je dat hier iemand staat die recht in je ziel kan kijken. De geschiedenis van Mojud voert ver terug. Eens was hij een rijke koopman die alles kon krijgen wat hij wenste. Tot hij werd bezocht door een oude wijze, die hem zei zijn kleren uit te trekken en in de rivier te springen. Vanaf dat moment werd alles anders voor hem.
En inmiddels dertig jaar later staat hij bekend als een van de meest wijze mensen in zijn gebied. Altijd klaar om je inzicht te geven in de essentiële zaken van het leven. Mojud verwondert zich over de wereld om hem heen. Eigenlijk heeft hij het gevoel dat hier niet veel verandert. Het regiem is het regiem, de religie de religie en het land het land. Diep vanbinnen verlangt hij naar het avontuur. Kwam er maar weer eens iemand langs om hem te zeggen in de rivier te springen. Maar ja, ook daarvan kent hij de afloop.
2 – Een onverwachte wending
De jeugd van Janamabad vindt het leuk om bij Mojud over de vloer te komen. En Mojud, hij houdt van de jonge mensen met hun verfrissende kijk op de wereld. Hij ziet hun verlangen naar verandering. Het verlangen van de jeugd. En toch zijn er ook dingen veranderd. De jongens zien er anders uit. Hun wijde gewaden hebben plaats gemaakt voor spijkerbroeken en T-shirts. En wat hem het meest verbaast is dat ze allemaal een mobiele telefoon hebben. Zelfs de meiden van nu hebben een mobiel onder hun Burka.
Soms vraagt hij zich af waar ze vandaan komen. In de wijdste verten is de enige vorm van technologische vooruitgang zichtbaar in de wapens van de strijders die de regio onveilig maken. En toch via de meest vreemde wegen weet de jeugd zich een mobiele toegang te verschaffen tot de wereld van het westen.
Vaak vragen de jongens Mojud waarom ze hier moeten blijven. Hij vertelt ze over de wereld van macht en onmacht. Over de macht van het geld. Hij vertelt ze over een wereld waar mensen op comfortabele ligbanken naar schermen kunnen kijken waarop ze de mooiste dingen kunnen zien. Een wereld waar lekker eten via je mobiel gewoon thuis bezorgd wordt. En waar de rijksten met geld de andere mensen tot een slaaf van zichzelf hebben gemaakt.
Mojud heeft er vrede mee. Voor hem is het zoals het is. Hij heeft de rijkdom niet nodig om gelukkig te zijn. De schoonheid van zijn land, de wind die hij kan voelen door zijn haren en de geuren van de stilte koestert hij in zijn hart. Maar zegt Mosjkjar tegen hem: Ben je eigenlijk niet een beetje lui geworden door de jaren. Je ziet hier met al je wijsheid te kijken naar een wereld die deze wijsheid zo hart nodig lijkt te hebben.
Ach zegt Mojud, zo is het leven. Rijkdom en armoede horen bij elkaar. Een polariteit die we nodig hebben om als zielen op aarde ons ding te kunnen doen. Het geeft ontwikkeling. Maar Mosjkjar zou Mosjkar niet zijn als hij niet tegen Mojud inging. Maar Mojud! dat betekent toch niet dat je je wijsheid hier in deze dorre achterhoek van de wereld hoeft te laten verpieteren. Als er een plek is waar je nodig bent, dan is het wel het westen. Jij, als man van de vrijheid, bent toch ook vrij om je wijsheid in het Westen aan te bieden. Als jij niet gaat, dan ga ik wel.
De vrienden van Mosjkjar springen overeind. Gaan we naar het westen? Wij gaan mee. Weg uit deze saaie omgeving. Waar je niet vrij bent om te spreken. Waar we leven in armoede. Waar we moeten vechten in een oorlog die we niet begrijpen. We willen ontwikkeling.
3 – Het vertrek
Gefascineerd door de jeugd stelt Mojud zichzelf de vraag of dit de roep is van het avontuur. Is dit het moment om weer zijn kleren uit te trekken en in de rivier te springen?
Zijn hart schreeuwt dat het tijd is voor een volgende stap in zijn ontwikkeling. Deel je wijsheid, daar waar het het hardste nodig is. Dat is het leven van een mysticus.
Het dorp veert op. Mojud gaat naar het westen! Onze Mojud gaat het westen wijsheid en inzichten van het leven brengen. Oude mensen vragen zich af of dit verstandig is. Zal Mojud niet worden gekraakt in de molen van het kapitalisme? Jonge mensen sluiten zich bij hem aan. En al snel heeft zich een bont reisgezelschap verzameld.
Mojud stelt voor zich te gedragen net als de andere mensen, die op zoek naar veiligheid, welvaart en ontwikkeling hun gebied verlaten. En zo voegt zich in het najaar van 2016 een groepje zoekers toe aan de stroom van gelukszoekers, die op weg zijn naar het wilde westen.
Aangekomen in hun provinciehoofdstad wordt de groep aangesproken door iemand die ze aanbiedt hun transport naar de Middellandse zee te verzorgen. En voor ze er erg in hebben zitten ze samen met vijftig anderen, ontdaan van de helft van hun geld in een oude gele vrachtwagen. Gelukkig hebben we onze mobiel nog en vrolijk lachend sturen de jongens selfies vanuit de truck naar hun vrienden thuis.
Ontspannen aanschouwt Mojud het tafereel. In de bak van de truck voelt hij het ongemak. Ze rijden nu al dagen door het stoffige land over saaie snelwegen. En steeds weer moeten ze langs checkpoints, waar nu eens de ene en dan weer de andere jonge ego meent zijn macht te moeten laten gelden. Zo langzamerhand houden we niet veel over, denkt hij bij zichzelf. Het begint inderdaad verdacht veel te lijken op hoe ooit mijn avontuur in de rivier begon.
De mensen om hem heen krijgen het steeds benauwder. Honger en dorst trekken aan ze en al een aantal van de jongeren uit zijn dorp zijn afgehaakt. Geduldig legt hij de mensen rondom hem uit over de kracht van liefde en bewuste onderdanigheid. Om uiteindelijk uitgeput en hongerig na weken de buitenwijk van een Turkse havenplaats te bereiken.
4 – De Turkse havenplaats
In alles doet de Turkse havenplaats hem denken aan de wereld van het Westen, die hij inmiddels al weer heel wat jaren geleden achter zich heeft gelaten. De armoedige vieze huizen, stinkend afval en de krankzinnige reclame borden. Mensen met schotelantennes die kijken naar schreeuwerige televisieprogramma’s. Een vreemde collage, doorkruist door Chinese toeristen met camera’s.
Hoe kan ik hier ooit mijn wijsheid delen, vraagt hij zich enigszins verontrust af.
En dan moeten ze lopen, in het donker dwars door de buitenwijken. Hongerig, ontdaan van het meeste geld komt de groep dichter in de buurt van de haven. Hij ruikt de zeelucht en verheugt zich op het weerzien met de zee. Maar wat is er gaande. Het wordt steeds drukker hier.
Steeds meer vluchtelingen verdringen zich rondom hem in de richting van de haven.
Er verschijnen marktkramen, waar een soort stokken worden verkocht waarop je je mobiele telefoon kunt zetten om een foto te maken van jezelf. Snoep en chips voor op de boottocht. Er lijkt zich hier in het donker een heel commercieel circus af te spelen voor mensen die worden ingescheept naar Europa. Mojud raakt in gesprek met een handelaar. Hij vraagt de man wat maakt dat hij veel geld wil verdienen aan mensen die op de vlucht zijn.
Hij spreekt met de man en enigszins onthutst begint die zijn goederen gratis uit te delen aan wie het maar hebben wil. Trots kijken de mensen uit het dorp. Dit is hun Mojud, hun man van het hart. Was maar iedereen zo. Dan zou de wereld er heel anders uit kunnen zien.
Dan worden ze ruw bij elkaar geduwd naar de opstap van een grote rubberboot. Een paar gewapende mannen douwen ze in de boot en dwingen ze ondertussen hun laatste geld af te geven. Hun mobiel mogen ze houden. Zittend op de rand van de boot kijkt Mojud geschokt hoe er meer en meer mensen in de boot worden gestouwd. Vrouwen, kinderen, jong en oud het maakt niet uit.
Het is nog donker als hun rubberboot de Turkse haven uitvaart.
5 – De boottocht
Hey Mojud, lachen voor de foto roept Mosjkjar met zijn nieuwe selfiestick. Voor thuis: Mojud onderweg naar het geloofde land. Meewarig kijkt Mojud hem aan. Ben je je ervan bewust Mosjkjar dat je nu al bent meegesleurd in de maalstroom van het kapitalisme. Nog even en je gaat op internet kijken naar wat voor een televisie je straks gaat kopen.
Maar de zee wordt ruwer, en na een dag varen staat er inmiddels al een behoorlijke laag water op de bodem van de boot. Mojud voelt zich niet gerust en bovendien moet hij nodig plassen. Om hem heen neemt het geklaag snel toe. De mensen hebben het koud en beginnen zich openlijk af te vragen wat er straks gaat gebeuren. Langzamerhand wordt ook duidelijk dat niemand nog een rooie cent overheeft.
Wat begon als een verlangen naar een oplossing begint steeds meer te lijken op een verslechtering van de situatie. Hadden we toch niet beter in ons dorp kunnen blijven vragen sommigen zich af.
Mojud raakt met de mensen in gesprek. Hij legt ze uit hoe ze zich hebben laten verleiden door hun verlangen naar welvaart. En bereidt de mensen enigszins voor op de denkwijze van het kapitalistische westen. Hij legt uit dat de grootste bedreiging schuilt in het verkopen van hun ziel in ruil voor rijkdom.
Enigszins geschrokken, maar toch ook wel weer wat meer ontspannen door de zelfverzekerde woorden van deze grote man, eten de mensen hun laatste chips. De zon zakt in de Middellandse zee en Mojud dommelt weg in een hazenslaap.
Plots schrikt Mojud wakker. Hij ligt in het water en verder is er niets. Kut, denkt hij lig ik toch weer in dat verdomde water. Moeten mijn avonturen dan altijd zo gaan. Gelukkig vertrouwt hij op de wijsheid van het leven en geeft zicht over aan de stroom. Tot hij uit de verte geluiden hoort. Het lijkt erop dat hij dichter bij de kust is dan hij had verwacht. Een geel bootje komt in zijn richting gevaren.
Hij zwaait met zijn armen en is stiekem ook wel een beetje benieuwd hoe dit avontuur zich zal gaan ontvouwen.
6 – Het geloofde land
Sterke witte plastic handen hijsen Mojud uit het water. Verbaast kijkt hij om zich heen. Hij heeft geen idee wat er met de rest van de mensen op zijn boot is gebeurd.
Tot dusver behandelen de grenswachters hem aardig. Hij krijgt droge kleren en een warme maaltijd aangereikt. Op hoge snelheid vaart de boot verder, zoekend naar andere drenkelingen.
In de verte ziet hij de kustlijn van een eiland naderen. Hij vermoedt dat het Griekenland is. Om even later op de kade te worden afgeleverd. Tot zijn verbazing staat daar een wat oudere dame, die hem vriendelijk vraagt naar zijn naam. Mojud, stelt hij zich voor waarop de dame hem in zijn eigen taal te woord staat en verwijst naar een in blauwe uniformen geklede groep mannen met honden.
Vreemd, hoort Mojud zichzelf zeggen. Zou het soms een robot zijn geweest? Hoe zou ze mijn taal hebben gekend? Maar veel tijd om na te denken krijgt hij niet. De groep blauwe mannen is hem inmiddels tegemoetgekomen. Ze gebaren hem om mee te lopen naar een gereedstaande bus. Hij wordt zachtjes in de bus geduwd en ziet daar nog een hele groep met angstig kijkende bootvluchtelingen.
Mojud stelt zich voor aan de vrouw die naast hem zit. Een angstig kijkende jonge dame met een plastic tas die ze stevig vasthoudt. Vriendelijk knikt hij naar haar en neemt de omgeving rustig in zich op. De bussen, de grenswachten, de wegen er lijkt weinig veranderd in Europa sinds de vorige keer dat hij hier was. Omringd door legervoertuigen vertrekt de bus met onbekende bestemming.
Na een paar uur rijden passeert de bus de poort van een met hoog prikkeldraad omgeven terrein. Ze stoppen en weer een vriendelijk ogende dame nodigt de inzittenden in verschillende talen uit om de bus te verlaten. Mojud merkt dat hij toch wat achterdochtig wordt. Deze vriendelijke dames vormen wel een groot contrast met de patrouillerende blauwe grenswachten met hun vreemde honden en de hoge omheining met prikkeldraad.
Hij volgt de stroom en komt terecht in een kleine zaal waar een aantal bedden, een tafel en een frisdrankautomaat staan. Naast elk bed staat een metalen kast voorzien van schone kleding en toiletgerei. Rond de tafel zitten wat Arabisch ogende mannen die een kaartspel spelen. Vriendelijk zegt Mojud hun gedag en vraagt de mannen waar hij terecht is gekomen. In de hoek ziet hij op de televisie hoe een vreemde man probeert een lijk op te lossen in een badkuip. De Westerse tv is er niet beter op geworden.
De mannen vertellen hem dat ze niet veel weten. Behalve dat je hier twee dagen zit, er redelijk eten en drinken is en mensen daarna verdwijnen.
7 – De grenswachter
Na twee dagen van slapen, eten en rusten merkt Mojud dat hij zich uitgerust voelt. Het verwondert hem dat verder niemand iets weet hoe het vanaf hier verder gaat. Er doen zich de vreemdste verhalen de ronde. Dat ze als gevangen zullen worden verkocht aan andere landen. Dat ze terug worden gestuurd en sommigen menen dat ze in afgelegen gebieden worden vermoord.
Bij de zonsopgang van de derde dag, ziet de mediterende Mojud een groep bewakers aankomen. Hij en zijn kamergenoten worden verzocht mee te komen en hun spullen mee te nemen. Via een tunnel bereiken ze een lange gang met veel deuren aan weerszijden. Ieder van zijn kamergenoten wordt afzonderlijk een kamer in geleid.
En zo wordt ook onze Mojud een kamer ingeleid. Nu toch wel wat ongerust over hetgeen hem te wachten staat, controleert onze Mojud zijn ademhaling. Achter een bureau zitten een jonge man en een jonge vrouw. Een bewaker begeleidt Mojud naar een voor hem klaarstaande stoel.
De mensen stellen zich voor in zijn eigen taal. Ze leggen Mojud uit dat ze grens medewerkers zijn en dat ze Mojud een aantal vragen willen stellen. De vrouw buigt wat naar Mojud toe en vraagt hem zijn naam te zeggen. Verbaast kijkt hij haar aan en noemt zijn naam.
Het lijkt erop dat u hier bent gekomen met een eigen verhaal. Herkent u dat? Uhhh, ja mevrouw dat is wel waar. Mag ik dan nog een keer naar uw energie kijken, vraagt de man hem beleeft. Wilt u dan nog een keer uw naam zeggen? Mojud is in de war. Wat zijn dit voor grenswachters, ik heb mijn naam nu al drie keer gezegd. Gehoorzaam herhaalt hij zijn naam nog maar een keer.
Het lijkt erop dat we u het beste door kunnen sturen naar de volgende stap van het kennismakingsproces. Het ziet ernaar uit dat u geen medische of psychische verzorging nodig heeft. De mond van Mojud valt open. Hoe weten ze dat? En waarom vragen ze niet naar zijn achtergrond? En waarom vragen ze niet naar zijn politieke overtuigingen?
De deur gaat open. Deze keer geen blauwe grenswachters, maar een vriendelijk ogende man die hem in zijn eigen taal uitnodigt mee te komen.
8 – het opvang kamp
Ik breng u naar het opvangkamp voor mensen die zonder extra begeleiding verder kunnen met hun integratieproces. Mojud volgt de man naar een taxibusje, waar hij nog twee van zijn kamergenoten aantreft. Alle drie hebben ze eenzelfde raadselachtig gesprek gehad, waarbij enkel gevraagd was om meerdere keren de naam te noemen.
Mojud vraagt de taxichauffeur wat er met de overige mensen uit zijn groep is gebeurd. De taxichauffeur legt uit dat, wanneer mensen in geestelijke nood verkeren of medische ondersteuning nodig hebben, zij daartoe naar een andere plaats worden gebracht, die beter geschikt is voor de opvang. Argwanend kijken de drie mannen elkaar aan. Het zal toch niet zo zijn dat de zwakkeren worden afgevoerd?
Stilletjes kijkt Mojud uit het raam. Hij had wel verwacht dat het Westen extremer geworden zou zijn. Maar dat ze al zover zouden gaan dat de zwakkeren direct bij de grens al worden afgevoerd had hij niet verwacht. Hij vraagt zich af welke wijsheid hij in zo een wereld nog kan bijdragen?
De taxibus arriveert in een keurig ogende wijk, waar aaneengeschakelde bungalows staan tussen groen. Zover het oog reikt. Ze stappen uit en de chauffeur begeleidt de mannen naar het informatiecentrum. Achter de balie staan mensen van verschillend ogende nationaliteiten. Op een computerscherm wordt Mojud gevraagd het gebied aan te wijzen waar hij vandaan komt. Waarop een van de baliemedewerkers naar hem toe snelt.
De man stelt zich aan Mojud voor en vertelt hem dat zij zelf uit die regio komt. Ze raken in gesprek en Mojud voelt zich voor het eerst sinds dagen wat meer op zijn gemak. Hij vertelt dat hij als mysticus naar het westen is gekomen om zijn wijsheid te delen met de mensen hier. Belangstellend naar zijn verhaal kijkt de man hem glimlachend aan.
In een golfkarretje neemt hij Mojud mee naar een van de bungalows, twee straten verderop. Hij legt hem uit waar hij de eetzaal kan vinden en vertelt Mojud rustig te wachten tot hij de volgende dag door iemand van de grensbegeleiding wordt opgehaald. Verder wijst hij Mojud nog op de beschikbare communicatievoorzieningen, waarmee hij desgewenst contact met familieleden kan opnemen.
Alleen in de kamer kijkt Mojud verbaast om zich heen. Het blijkt een keurig ingerichte woning, voorzien van alle gemakken. Er staat een computer, de koelkast is gevuld en het bed ziet er aangenaam uit. In de boekenkast ziet hij een aantal boeken van zijn geliefde schrijvers. Hij opent de achterdeur en komt uit bij een fraaie binnentuin, waar hij mensen met elkaar ziet praten.
Uitgeput van de indrukken laat hij zich vallen op het zachte bed. In wat voor een werkelijkheid ben ik beland is de laatste vraag die hij zich stelt voor hij in slaap wegzakt.
9 – De bankier
Het is ochtend. Mojud heeft zich gewassen en ontbeten in de ontbijtzaal. Nog wat verbaast staart hij om zich heen, als de deurbel gaat. Verbaast kijkt hij naar waar het geluid vandaan komt. Er staat twee mannen in een keurig pak met een koffertje voor de deur. Op zijn hoede opent hij de deur. Zouden dit mensen van de veiligheidsdienst zijn?
Vriendelijk stellen de mannen zich aan hem voor. De twee meter lange Mojud moet een beetje buigen om ze goed te kunnen zien. De mannen stellen zich voor als de tolk en de bankier.
Aha, denkt Mojud, een kapitalistische valstrik. Een mooie gelegenheid om mijn wijsheid te delen.
Wat kan ik voor u doen heren, vraagt hij hen?
Geholpen door de tolk begint de bankier hem uit te leggen dat hij de beschikking krijgt over een bankrekening en een geldpas. Mojud legt hem uit dat hij dat niet nodig heeft. Dat het hebben van een schuld, waarover hij straks rente moet betalen, voor hem betekent dat hij zijn vrijheid en ziel moet verkopen. Als een vertrouwde mysticus kijkt hij de mannen diep in de ogen.
De bankier vertelt hem daarop dat er van een schuld geen enkele sprake is. Het geld wordt hem zonder enkele verplichting en tegencreatie ter beschikking gesteld. Sterker nog, vertelt de bankier hem, de overheid vindt het belangrijk dat Mojud zo snel mogelijk zichzelf los kan maken van de modus van het overleven. Het kunnen beschikken over een basis geldvoorraad is dan ook een logische stap.
Mojud kijkt de tolk aan. Neemt deze man hem in de maling? Wat voor een vies spelletje wordt hier met hem gespeeld. Hij krijgt geld zonder dat hij daar iets voor hoeft te doen. Gelukkig weet Mojud zich te hervinden in de bewuste wil. Hij vraagt de bankier wat voor een banksysteem het zich kan permitteren om geld te verstrekken zonder dat hier een schuld tegenover staat.
De bankier legt hem uit dat er in Europa al een tijdje gebruik wordt gemaakt van een nieuwe munteenheid, de Jubel. De introductie hiervan heeft de kredietbubbel waarop Europa lange tijd leefde geruisloos laten leeglopen. Er is nu sprake van een evenwichtig monetair beleid gebaseerd op de oude zuivere en nieuwe toegevoegde waarden.
Mojud valt stil. Op de vraag om een foto, naam en handtekening kan hij alleen nog maar stil glimlachen en braaf zijn handtekening zetten. De bankier rommelt wat achter zijn computer en overhandigt hem een pasje. Ze schuiven Mojud wat folders over elektronisch betalen toe en nemen lachend afscheid.
Verbijsterd kijkt Mojud met een bankpasje in de hand hen na.
10 – Bij de dokter
Een paar dagen later is het Mojud met de hulp van zijn aardige buren gelukt om de computer in zijn huis aan de gang te krijgen. Het blijkt een netwerk waarmee hij kan zoeken naar vrienden en familie leden. En zo heeft hij met wat hulp het telefoonnummer gevonden van wat vrienden in Janamabad. Het gesprek heeft hem onzeker gemaakt. Toen hij zijn ervaringen deelde begonnen zijn vrienden hem uit te lachen en zeiden hem te stoppen met het roken van Westerse wiet in koffieshops.
Gelukkig heeft hij meer steun aan zijn buren. Twee mensen die met hun kinderen uit Syrië zijn gevlucht. Samen spreken ze veel over de situatie die ze hier in de opvang hebben aangetroffen. Ze voelen zich wil prettig, maar tegelijkertijd weten ze ook niet zo goed wat ze er mee aan moeten.
Het geeft Mojud weer wat houvast om met deze mensen zijn oude rol op te pakken, ook al heeft hij zelf soms het gevoel in een onwerkelijke wereld te zweven.
Die middag stopt zijn inmiddels vriend van het informatiecentrum met een taxibusje, om hem op te halen en mee te nemen naar de medische post. In de wachtkamer zit Mojud zich af te vragen wat hij hier eigenlijk doet. Het is voor hem lang geleden dat hij de lokale dokter heeft bezocht. En eigenlijk heeft hij ook niet zoveel vertrouwen in de Westerse medische wereld. Ze staan er om bekend gemakkelijk dure medicijnen voor te schrijven. En zijn eigen kennis van de niet stoffelijke lagen van het menselijk lichaam is voor hem een minstens zo belangrijke bron.
Achter de tafel zit een vrouwelijke dokter. Samen met een tolk legt ze hem uit dat het bezoek aan de medische post deel uitmaakt van de opvang procedure voor buitenlandse vluchtelingen. Ze vertelt hem wat over hoe de medische zorg in Europa is georganiseerd. Het lijkt Mojud een geschikt moment om te beginnen over zijn pijnlijke knie. De vrouw knikt vriendelijk. En Mojud begint alvast zijn schoenen los te maken. De dokter zegt hem hiermee te wachten en in plaats daarvan zijn naam te zeggen.
Verrast noemt Mojud zijn naam. Vreemd dat de mensen hier zo gemakkelijk je naam vergeten denkt hij bij zichzelf. De dokter vraagt hem of hij moeite heeft om stappen te zetten in zijn leven. Alsof hij al lange tijd stil heeft gestaan in zijn ontwikkeling en daardoor zijn knie een beetje stijf is geworden. En het lijkt erop dat bij het zinken van de boot zijn knie ontstoken is geraakt.
Mojud is perplex. Deze vrouw doet wat hij doet. Een Westerse dokter die praat als een mysticus. Hij geeft toe dat de vrouw het bij het rechte eind heeft. Blij verrast vertelt hij het hele relaas van zijn reis tot hier. De vrouw glimlacht en kijkt ook nog even naar zijn fysieke knie. Ze schrijft Mojud een kuurtje voor en daagt hem uit de stappen op zijn pad met liefde te zetten.
De apotheek bij de medische post is eenvoudig. Er staan maar weinig middelen. Waar hij zich vroeger kon verbazen over de rijen met verschillende medicijnen, lijkt de collectie nu geminimaliseerd.
Niets lijkt meer te zijn zoals hij het geloofde.
11 – In de klas
Veel tijd om te rusten krijgt Mojud niet. Iedere middag van een tot vijf zit hij op school. De school is vreemd. Waar zijn eigen school bestond uit groepen met een eigen leraar en iedereen hetzelfde programma kreeg, lijkt hier iedere leerling zijn eigen programma te volgen.
Mojud wordt begeleid door een leraar die heeft gestudeerd in Teheran. Na net als Mojud te zijn gevlucht heeft hij nu een goede baan als begeleider in het opvangkamp voor mensen die het buitenland zijn ontvlucht. De man is intelligent en daagt Mojud uit om essentiële vragen over het leven te beantwoorden in verschillende Europese talen.
In een snel tempo wordt Mojud getraind in de basisvaardigheden van de Engelse, Franse en Duitse taal. De leraar legt hem uit dat het beheersen van de lokale talen van belang is bij de volgende stap van zijn integratie in Europa om een zelfstandige basis op te kunnen bouwen.
Hij vindt het leuk. Het inspirerende gevoel van avontuur heeft Mojud te pakken gekregen. Net als vroeger wordt hij uitgedaagd om zijn begaafdheid te gebruiken. Om het onbekende tegemoet te treden. Hij voelt zich weer de leerling, al heeft hij geen idee wie hier eigenlijk de meester is. Het lijkt hier soms wel of iedereen hier meester is. Hij voelt zich weer jong.
Gaandeweg de weken die verstrijken begint het programma zich meer te richten op de vraag wat hij in de toekomst wil gaan doen. Mojud komt hierbij wat in de strijd met zichzelf. Hij was gekomen om zijn wijsheid te delen, maar zo langzamerhand vraagt hij zich af wie hier eigenlijk de wijsheid heeft.
Tot hij op een middag wordt uitgenodigd in de kamer van een jonge studie en beroepsadviseur. Ze vraagt hem of ze zijn bestemming mag lezen. Mojud schrikt. Welke bestemming wil deze vrouw van hem lezen? Het bestaan geeft toch vorm aan je bestemming? Mag hij niet gewoon een beroepentest invullen of zo?
Twee dagen later zit hij weer achter het bureau van deze mevrouw. Ze vertelt hem dat het erop lijkt dat hij heeft meegenomen om zijn kennis en wijsheid terug te brengen naar de bron. Op grond daarvan lijkt het haar logisch dat Mojud een baan zoekt waar hij zijn kennis kan delen met anderen die zich hier ook mee bezig houden. Een aanstelling aan een Parijse universiteit is wat ze hem kan bieden.
Mojud neemt afscheid van zijn vriend de leraar. Hij is blij met de nieuwe stap die het universum voor hem heeft gecreëerd. Zijn wijsheid delen met anderen, in het hart van Europa.
Die nacht droomt hij van de jonge Mosjkjar, de jeugd als inspirator van het avontuur.
12 – Het nieuwe dorp
Voorzien van bankpas, talenkennis en goede moed stapt Mojud in de trein naar Frankrijk. Van alles wat hij had verwacht van de Westerse wereld, tot nu toe heeft het zijn stoutste verwachtingen overtroffen. Na de beschermende omgeving van opvang en begeleiding is hij benieuwd hoe de Westerse wereld er buiten de opvang uitziet.
Hij heeft het adres gekregen van een leegstaande woning in een leegstaand Frans dorpje net buiten Parijs. Hij is benieuwd naar zijn nieuwe woonplek. Hoe zou het eruit zien.
Ook de trein is anders. Het station is rustig, al moet hij soms wennen aan de vriendelijke stemmen die hem vanuit grote televisieschermen toespreken en adviseren over waar hij de kaartjes kan krijgen en of hij misschien al trek heeft in wat eten.
De mensen in de trein zijn behulpzaam. Voor iemand die gewend is aan de chaos met dieren en families in oude vieze treinstellen, zijn de comfortabele treinstellen een welkom transportmiddel. Kijkend uit het raam begint hij zich af te vragen waar al die auto’s eigenlijk zijn gebleven. Was hij niet gekomen om mensen te vertellen over de zinloosheid van het bezit van meerdere auto’s tegelijk.
Het is laat als hij langs het kronkelweggetje aankomt in het Franse dorpje. Het dorp maakt een vreemde indruk op hem. Sommige huizen zien eruit alsof ze al jaren leeg staan. En andere huizen lijken kortgeleden volledig te zijn gerestaureerd. In keurig Frans begroet hij een Nigeriaans ogende man op een bankje langs de weg. En uit het Franse cafeetje klinken de klanken van het Oezbeekse volkslied.
Verbaast over de vreemde combinatie staat hij stil voor de deur van nummer vier. Een vies oud krot met een vergane voordeur is de entree van zijn nieuwe woning. Oké, denkt Mojud ik ben er klaar mee. Ik word gek. Eerst krijg ik alles wat ik wens op een presenteerblad aangereikt en nu stoppen ze me in een varkenshok?
Moe besluit hij toch maar naar binnen te gaan. Op de vergane bank in de hoek valt hij in slaap. Hij droomt van de zwoele lucht in zijn thuis dorp. De geur van het land en de warme zon.
Om met een schok wakker te worden van de zon die door het kapotte raam in zijn gezicht schijnt.
Maar voor hij de tijd heeft om zich te realiseren waar hij zich goed en wel bevindt, staat er een stevige Française voor zijn neus met een Afrikaans accent.
Ze heet Maria en is de coördinatrice van het dorp, vertelt ze in middelmatig Frans. Mojud kan haar net verstaan en begrijpt dat ze hier is om hem een aantal dingen uit te leggen. Ze vertelt hem dat de bankpas die hij heeft gekregen is bedoeld om zijn huis op te knappen. En dat er in het dorp allerlei mensen zijn die hem daarbij kunnen helpen. En het vreemdste van alles: ze vraagt wat hij nu nodig heeft.
13 – Mojud heeft een aanstelling
Het duurt even maar stap voor stap begint Mojud steeds meer plezier te beleven aan het Europa waarin hij is terecht gekomen. Met het geld heeft hij lokale mensen, vaak ook vluchtelingen, kunnen inhuren om zijn huis op te knappen. En stap voor stap begint Mojud zich steeds meer een Europeaan te voelen. Het begint tot hem door te dringen dat het Westerse kapitalisme een grote transformatie heeft ondergaan. Waar het vroeger vooral werkzaam was vanuit de tegenstelling rijk en arm, lijkt er nu een soort van collectieve creatie gaande te zijn. Hij begint zowaar waardering te krijgen voor de Europese politiek.
En nu zijn basis is gevestigd is het moment daar om zijn eerste bezoek te brengen aan de Parijse universiteit. Hij is gevraagd zich te melden bij de leergang wijsbegeerte en filosofie. Mojud houdt van zijn vak en verheugt zich erop om zijn oude kennis te kunnen delen met vakgenoten.
Mojud moet altijd wat lachen om de wetenschappelijke wereld. Het lijkt er altijd op dat ze eerst heel veel gegevens moeten verzamelen. Daar vervolgens heel hard over na gaan denken. Om dan vervolgens vaak heel intuïtief bij het juiste antwoord uit te komen. En precies daar zit zijn deskundigheid. Zijn weten dat vanuit de leegte van de bron, intuïtie direct paraat is.
Hartelijk wordt Mojud begroet door de professor van de vakgroep. Wonderlijk, een vrouw die deze vakgroep bestuurt ben ik nog niet eerder tegen gekomen, denkt hij bij zichzelf. Ze neemt hem mee naar de grote bibliotheek waar ze hem voorstelt aan een aantal nieuwe collega’s. De mensen beginnen hem vragen te stellen en met plezier neemt hij zijn plek als oude mysticus in. Enthousiast begint hij te vertellen over het menselijk bewustzijn en zijn visie op het ontstaan van het universum.
Met interesse luistert zijn gehoor naar zijn betoog. Geachte confrère Mojud, kunt u ook uitleggen op welke werken en materiaal uw visie is gebaseerd. Lichtelijk geïrriteerd, maar ook wel gewend aan vragen naar bewijsmateriaal legt hij uit dat het gaat om de ervaring. Er ontstaat een geroezemoes in de zaal. Alsof er een soort onrust door zijn publiek waart. Waarop de professor ontspannen opstaat en Mojud vraagt of hij wellicht een oude overtuiging over het Westerse wetenschappelijk geloofssysteem op hen projecteert.
Verbijsterd kijkt Mojud om zich heen. Waarop de professor hem tot overmaat ook nog vraagt of hij zichzelf daarvoor kan vergeven. Schrik. En een vrolijk gelach klinkt uit het publiek. De professor legt hem uit dat veel buitenlandse filosofen en wijsgeren nog wat moeten wennen aan het nieuwe geloofssysteem van de wetenschappelijke wereld. Ze legt hem uit dat juist de oude inzichten uit andere delen van de wereld een grote bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het westerse bewustzijn.
Opgelucht, maar toch ook wel ontdaan keert Mojud terug naar zijn opgeknapte Franse huisje.
14 – In het gebedshuis
Vrijdag middag en Mojud heeft besloten om vandaag een Parijs gebedshuis te bezoeken. De inzichten van de afgelopen maanden hebben zijn balans verstoord. Hij voelt een groot verlangen om zich even in het gebedshuis terug te trekken en te reflecteren op de werkelijkheid waarin hij terecht is gekomen. Soms vraagt hij zich af of hij droomt.
De vertrouwde geur van het gebedshuis stelt hem gerust en gewoontegetrouw zet hij zijn schoenen bij de anderen in het portaal. Bij het naar binnen gaan ziet hij in een ooghoek wel wat vreemd gekleurde schoenen, maar ach dit is Parijs zo denkt hij bij zichzelf.
Hij knielt en zakt in gebed. Hij luistert naar de vertrouwde klanken en hervindt langzaam zijn oude ik. De rust en de onvoorwaardelijke liefde geven hem de ruimte om na te denken over de afgelopen tijd. Glimlachend kijkt hij om zich heen. Totdat zijn oog valt op de ronde billen van zijn overbuur. Vreemd denkt Mojud bij zichzelf. Welke man trekt nu een string aan naar een gebedshuis?
Ssst wordt er gefluisterd en zijn overbuur draait zich naar hem om. Mojud schrikt, een vrouw??? Aahhh een vrouw in het gebedshuis???
Mojud springt overeind en rent gillend naar buiten. Ik word gek denkt hij bij zichzelf. Hijgend zit hij op een muurtje om bij te komen van de schrik.
Psssst , he pssssst,, mag ik bij je komen zitten? Zegt een man met een donkere zonnebril en een lange paardenstaart. De nog in shock verkende Mojud luistert naar de vreemdeling.
15 – Mojud radicaliseert
We leven in een vreemde tijd zegt de man. Maar laat me mezelf voorstellen. Mijn naam is Ben. Ben van Zeurden om goed te zijn. Vroeger was ik de baas van een van de machtigste bedrijven ter wereld. Maar die tijd lijkt voorbij. Hij barst in snikken uit.
Mojud kijkt naar de man en vraagt hem naar zijn verhaal. Ben vertelt hoe hij gelukkig leefde in het tijdperk van de onbewuste wil. Toen mensen nog blij werden van mindfulness en salarisverhoging. Tot op een dag een van zijn goede vrienden hem wees op een talentvolle jonge organisatieadviseur.
En op zich, leek het allemaal best logisch wat de jongen zei. Over hoe de organisaties zich konden ontwikkelen naar dragers van een meer evenwichtig businessmodel. Intentie gestuurde creatie werd het genoemd. Het klonk goed en zou veel tijd besparen doordat mensen minder last hadden van belemmeringen.
Ben veegt een traan uit zijn ogen. Maar toen ze kwamen met oude joodse symbolen begon ik argwanend te worden. Te laat. Een aantal van mijn steunpilaren had zich bekeerd tot de wereld van hart. En masse kregen ze de steun van onze medewerkers. En toen stond ik zomaar onvoorwaardelijk op straat.
Maar we hebben ons verenigd. We gaan voor in de jihad van het pluche. We vormen een krachtig netwerk van onbewuste leiders die staan voor het herstel van de oude waarden. Regelmatig zijn we hier om mensen te ronselen die gillend het gebedshuis uit komen rennen.
Mojud, voelde zijn bloed kruipen waar het niet gaan kon. Hier was de juiste plek om zijn wijsheid in de westerse wereld te delen. Hier zou hij nog een gehoor vinden waar hij iets kon vertellen. En vanaf die dag besloot Mojud een paardenstaart te laten groeien, zette hij een zonnebril op en droeg hij in het geheim een bankierspak.
De buren in het Franse dorp? Ach die hadden al zo een grote hoeveelheid vreemdelingen langs zien komen dat niemand opkeek van een twee meter lange Arabier met paardenstaart, zonnebril die een bankierspak droeg in de achtertuin.
Mojud, tevreden dat zijn dekmantel werkte bereidde zich voor op zijn komende taak.
Ieder vrij uur bestede hij aan meditatie en voelde hoe de bron van onvoorwaardelijke liefde krachtig pulseerde in zijn lijf.
16 – De politiek
En dan is daar de kans waarop hij lang heeft gewacht. Zijn universitaire vakgroep wordt uitgenodigd door het ministerie van infrastructuur. Tijdens een groot congres mag Mojud het woord voeren over het thema van intentie gestuurd transport.
Mojud, inmiddels een bekend gezicht in de jihad van het pluche, nodigt zijn vrienden uit om tijdens dit congres in de zaal plaats te nemen. Hij kondigt aan om daar een intellectuele aanslag op het gedachtengoed van het nieuwe Europa te plegen.
Maar de strategie van Mojud reikt verder. Hij ziet het als een prachtige gelegenheid om zowel het nieuwe gedachtengoed van Europa en de jihadisten van het pluche te confronteren met de wijsheid van de mysticus die hij in werkelijkheid is.
Vele uren in het diepste geheim werkt hij aan zijn lezing. Hij geeft hem de naam Je suis Mojud.
Tevreden leest hij zijn verhaal. Het is precies zoals hij bedoeld had.
Liefdevol en doorsnijdend.
17 – De uitzetting van Mojud
Maar terwijl Mojud in het holst van de nacht gebogen zit over zijn verhaal, is hij zich niet bewust van het kordon dat in het diepste geheim om hem heen wordt gelegd. Een legioen van mannen in zwarte pakken, tot de tanden bewapend, heeft het gemunt op onze reus uit Iran.
Stap voor stap naderen ze het Franse huis. En terwijl de drones cirkelen boven het huis van Mojud bestormt een groep van elite strijders de eerste verdieping van zijn huis.
Verschrikt springt Mojud overeind. Maar tevergeefs gaat hij ten onder wanneer tien Brusselse beren hem te grazen nemen.
Snakkend naar adem, wordt hij gebonden en in een oranje pak gehesen. Zak over het hoofd en in het vliegtuig gesleurd. Onze held Mojud zit in een uitzettingsprocedure.
Wat is er gebeurd vraagt hij zich af. Mijn intentie was toch liefdevol. En enigszins ongemakkelijk schuift hij over de zachte bodem van het vliegtuig. In gedachten laat hij zijn hele reis de revue passeren.
Iets klopt er niet. Iets zie ik over het hoofd, maar wat?
18 – De held
De reis was lang en ongemakkelijk. Al vraagt hij zich af of de geheime dienst toch niet ook wat zachtmoediger is geworden. Liggend in de bak van de jeep voelt hij hoe hij wordt meegenomen naar een ver en heet oord.
Mojud in Guantanamo bay is toch niet wat ik in gedachten had bij de start van mijn avontuur. En dan komt de auto tot stilstand. Hij wordt uit de auto getild en op een stoel gezet.
Vreemd denkt Mojud, het lijkt wel of er mensen om me heen staan.
Mojud klinkt een luide stem.
spreek je wijsheid, zo klinkt het.
Mojud wat is de wijsheid die je hebt opgedaan?
Dan wordt de zak van zijn hoofd getrokken. Zijn boeien worden doorgeknipt.
En voor hem staat een lachende Ben van Zeurden.
Hij staat midden in het dorp waar hij was vertrokken.
Precies op de plek waar ze hem het hardste nodig hebben.
De menigte begint te juichen voor hun held.
Hij valt op zijn knieën en tranen rollen over zijn wang.
Ik ben de verandering. ‘A thing called love’.
Het enige dat ertoe doet is mijn liefde in volle kracht te laten stromen op de plek waar ik me bevind.
En dan gaat zijn mobiel. Een sms rolt binnen:
Een bewuste leider is altijd precies daar waar ze hem/haar het hartste nodig hebben.
Mojud, wil je lid worden van het Netwerk van Bewuste Leiders?
Mojud – a thing called love
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!