Tweede kamer waarheid
Tweede kamer waarheid
2 mei
Een van de Kamerleden vroeg eens aan een minister: noemt u dat dan de waarheid? Neen, was zijn antwoord: dat is niet de waarheid. Waarop het Kamerlid vroeg: hoe noemt u dat dan wel? We zouden het als liegen kunnen betitelen.
Nu bestaat er geen ‘de waarheid’. Want ieder mens, creëert zijn eigen waarheid. Maar daarmee is niet gezegd dat we allemaal leugenaars zijn. Dat zou pas het geval zijn, wanneer we liegen over onze eigen waarheid.
Dus wanneer je iets hebt gelezen (= jouw waarheid), je weet dat je dat hebt gelezen (= jouw waarheid) en vervolgens vertel je aan anderen dat je het niet hebt gelezen (>< jouw waarheid) dan zouden we kunnen stellen dat je je eigen waarheid ontkent. Dat noemen we ook wel liegen.
Liegen omschrijft Van Dale als: het met opzet spreken van onwaarheden. De ‘opzet’ lijkt te wijzen op de aanwezigheid van een belang.
Hoe passen herinneringen hier dan bij? Voor het menselijk systeem geldt, dat alle ervaringen van het leven keurig netjes worden opgeslagen. Via de modus van herinnering (onderdeel van het menselijk bewustzijn) bouwen we tijdens het leven een complete interne ‘databank’ op van al onze ervaringen.
Voor sommige ervaringen geldt dat we ze niet begrijpen maar er wel last van hebben. Die plaatsen we dan in een speciaal kamertje, om ze later uit te zoeken. Toch zijn ook die herinneringen (soms met een klein beetje hulp) gewoon toegankelijk.
Dus wie denkt dat we als mens dingen vergeten, helaas. Ze schuiven hooguit naar de achtergrond in ons dagelijkse ‘werkgeheugen’ of komen in het speciale kamertje. Maar daarvoor is dan wel weer een grote impact nodig.
Het niet lezen van een ambtelijk stuk, behoort waarschijnlijk niet tot de ervaringen met een grote impact. En bij technisch goed functionerende hersenen, lijkt een beroep op ‘het niet kunnen herinneren’, in het hiervoor geschetste voorbeeld dus niet voor de hand te liggen.
Nu lijkt het beroep op de modus van herinnering, onder wereldleiders te winnen aan populariteit. Weet dan dat deze modus zich bevindt tussen de ‘verdiepingen’ van het reageren en het denken in. Samen met de eerste modus van angst, vormen deze vier de onbewuste wil.
En laat dat nu de meest voorkomende afstemming zijn van veel wereldleiders in deze tijd. (waarschijnlijk ook van veel mensen die hen verkiezen 😉 Dan kun je misschien ook begrijpen, dat het ogenschijnlijk vreemde gedrag rondom de Dividendbelasting, een logische verklaring heeft.
De vraag blijft natuurlijk wel: wat maakt dat wereldleiders anno 2018 er zo gehecht aan lijken, om hun toch vaak zware baan vorm te geven vanuit hun onbewuste wil. Het kan echt gemakkelijker.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!